De koelfunctie instellen: Stap voor stap uitgelegd

1.    Druk 3 seconden op de menuknop, de controller ontgrendelt zichzelf zo.

2.    Via "Instellingen" kom je in het submenu waar je de koelfunctie kunt activeren of deactiveren onder "Koelen".

3.    Om de instelling hier uit te voeren, voer je de code "1000" in. Gebruik de draaiknop om de cijfers in te stellen, bevestig met "OK" en ga naar het volgende cijfer.

4.    De koelfunctie wordt in- of uitgeschakeld via de draaiknop, bevestig je keuze met "OK".

5.    Klik op "Menu" om terug te keren naar de standaardweergave.

Wanneer de koelfunctie is geactiveerd, verschijnt het symbool van een "sneeuwvlok" op het startscherm. Je warmtepomp staat nu in de koelmodus en koelt je huis.

Opmerkingen: De warmtepompmanager WPM van je warmtepomp moet in de modus "ZOMERBEDIENING" staan om de warmtepomp te laten beginnen met koelen. Als de koelparameters niet zichtbaar zijn of als de koelfunctie niet goed geactiveerd kan worden, neem dan contact op met je installateur. Hij zal de benodigde componenten voor koelwerking en de benodigde regelaarinstellingen controleren.